De medewerker heeft recht op een jubileumuitkering wanneer binnen vijf jaar na ontslag wegens reorganisatie of arbeidsongeschiktheid van 80% of meer, een ambtsjubileum zou worden gevierd en op dat moment nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd zou zijn bereikt.

Berekening proportionele gratificatie bij ontslag
De hoogte van de proportionele gratificatie is afhankelijk van het aantal dienstjaren en wordt naar rato berekend. Zo wordt het bedrag waarop de werknemer recht zou hebben voor het jubileum (25 of 40 jaar), vermenigvuldigd met een breuk. De breuk wordt als volgt bepaald:

• de teller (bovenste getal) wordt gevormd door het feitelijk geheel of gedeeltelijk vervulde aantal dienstjaren, waarbij naar boven wordt afgerond op hele maanden
• de noemer (onderste getal) is het aantal dienstjaren dat vervuld had moeten zijn om voor de jubileumgratificatie in aanmerking te komen.

Het berekende bedrag ronden we naar boven af op een veelvoud van vijf euro.

Henk de Groot wordt ontslagen. Wanneer hij nog 3 jaar zou hebben doorgewerkt, zou hij een gratificatie ontvangen voor een 40-jarig dienstverband. Deze zou € 6.950 bedragen.

6.950 x 37 / 40 = € 6.428,75. Afgerond op een veelvoud van vijf euro bedraagt de gratificatie € 6.430. 

Bij gedeeltelijk ontslag wordt een proportionele jubileumgratificatie verstrekt naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag is verleend.

Zou Henk de Groot door een reorganisatie voor 30% ontslagen zijn, dan zou zijn gratificatie € 1.930 bedragen (€ 6.428,75 x 30% = € 1.929 ). Wanneer hij 3 jaar later 40 jaar in dienst zou zijn, krijgt hij op dat moment 70% van zijn gratificatie op basis van zijn bezoldiging vermeerderd met zijn vakantietoelage.