Rookbeleid

Tabaks- en rookwarenwet
Tabaksrook is een kankerverwekkende – dus gevaarlijke – stof. In de Arbowet staat dat de werkgever moet voorkomen dat werknemers aan gevaarlijke stoffen worden blootgesteld. Dat betekent dat niet mag worden gerookt in auto’s en/of andere voertuigen, en op werk- of pauzeplekken.

Sinds de invoering in 2002 moet DZB uitvoering geven aan de Tabaks- en rookwarenwet, § 5, artikel 10 en 11. Daarmee zorgt de werkgever voor een gezonde en rookvrije werkomgeving.

Het roken van een elektrische sigaret en/of zogenoemde smoker valt onder dezelfde richtlijnen als het traditionele roken, en is derhalve eveneens verboden.

Beleidsregels DZB Leiden
Voor alle werkplekken geldt een rookverbod. Roken is alleen nog toegestaan in/op de daartoe aangewezen plekken. Deze zijn per locatie gemarkeerd.

Voertuigen worden ook gezien als werkplek, naast het feit dat dit geen aangewezen rookplekken zijn, is het rookbeleid van DZB ook dus ook hier op van toepassing.

Uitvoering
De uitvoering van het rookverbod betekent in praktijk dat alleen mag worden gerookt op plekken/locaties waar dat nadrukkelijk kenbaar is gemaakt.

Handhaving
Het handhaven van het rookbeleid is een taak van de leidinggevenden. Het rookbeleid vormt een onderdeel van het totale bedrijfsbeleid en dient te worden beschouwd als een bedrijfsregeling.

Indien rokers het rookverbod blijven negeren, kan de leidinggevende zich daarbij beroepen op het sanctiebeleid van DZB Leiden.

Stoppen met roken
DZB Leiden is bereid ondersteuning te verlenen bij het stoppen met roken.